Menu

In het kader van SCAN is meer dan 1950 strekkende kilometer aan nieuwe 2D-seismische lijnen geschoten. Ook is meer dan 7500 km aan oude 2D-seismiek herbewerkt. Inmiddels ligt het accent op het ontwerpen en uitvoeren van onderzoeksboringen voor aardwarmte. In deze presentatie bespreekt Adriaan de eerste SCAN onderzoeksboring in Ouder-Amstel. Hier werd het voornaamste doel, de Slochteren Zandsteen, aangetroffen op 2.039 meter diepte onder NAP, met een dikte van 111m en een hoge porositeit.

Senior geophysicist Johannes Rehling, blikt terug op vijf jaar SCAN. “Voor het verzamelen van 1.837 kilometer aan nieuwe seismische data bezochten we in totaal 164 gemeenten”, zegt hij. “We verstuurden 135.000 brieven aan omwonenden en vroegen én kregen toestemming van zo’n 6.200 landeigenaren.” Bijzonder is volgens Rehling dat SCAN ook het water op ging om nieuwe data te verzamelen. “Hiervoor plaatsten we onze SCAN-tractor op een ponton, dat we duwden met een sleepboot.”

Het SCAN-programma herbewerkte ook 2D op land verzamelde seismische vintagedata. In totaal ging het om 451 2D-seismische lijnen met een totale lengte van 7.504 kilometer. Rehling: “Hierbij ging vooral veel tijd zitten in het opdiepen van gegevens uit oude archieven. Daar zijn we meer dan 6.500 uur mee bezig geweest. Uitgedrukt in fte is dat 3,5 jaar!”

*Let op deze presentatie is Engelstalig

Eerst introduceert Gitta Zaalberg, programma manager operations, het SCAN programma. Daarna praat Marten ter Borgh, geoloog en onderzoeksleider bij SCAN, de deelnemers bij over de operaties van de Amstelland-onderzoeksboring. “We hebben de einddiepte van de boring bereikt op 2.227 meter en alle geplande data-acquisitie tot nu toe met succes uitgevoerd.”

“We vonden er meer dan 100 meter Rotliegend-zandsteen en met de productie- en injectietest toonden we een permeabel, oftewel doorlatend, reservoir aan”, vertelt Marten. “Maar pas als we de interpretaties van de injectietest hebben gedaan, kunnen we iets zeggen over de reservoirkwaliteit.” Voor updates over de data uit de Amstelland-boring verwijst hij naar de pagina van deze locatie.

Eveline vertelt dat 41 procent van de Nederlandse energiebehoefte bestaat uit warmte. “Aardwarmte is een manier om deze warmte duurzaam op te wekken. Diep in de ondergrond, in poreuze zand- en gesteentelagen, zit warm water. Aardwarmte wordt gewonnen uit dit water. De warmte gaat vervolgens via warmtenetten naar gebruikers voor de verwarming van bijvoorbeeld woningen.” In 2050 kan volgens Eveline 25 procent van de huishoudens worden verwarmd met aardwarmte. In de tuinbouw loopt dit op tot 50 procent.

Het SCAN-programma onderzoekt waar de ondergrond in Nederland mogelijk geschikt is voor de winning van aardwarmte, zegt Eveline. “Doel is om data verzamelen in de zogeheten witte vlekken: plekken in de Nederlandse ondergrond waarover we nog weinig informatie hebben. Dit gebeurt met nieuw seismisch onderzoek, herbewerking van bestaande seismische data en onderzoeksboringen.” SCAN is een initiatief van EBN en wordt uitgevoerd met TNO.

De gegevens die het programma oplevert, zijn publiek. Gemeentes kunnen ze gebruiken om beter in te schatten waar kansen liggen voor duurzame projecten. “Let wel op”, zegt Eveline. “Het gaat om regionale data. Als gemeente moet je regionaal samenwerken met omliggende gemeenten, binnen RES-regio’s en provincies om de data te interpreteren en regionale potentiestudies uit te voeren.” Ook heb je naast aardwarmte andere bronnen nodig. Het is dus belangrijk dat je een bronnenmix ontwikkelt, en een bronnenstrategie voor de lange termijn.”