De eerste onderzoeksresultaten van de SCAN-boringen in De Bilt en Ede zijn nu beschikbaar op NLOG.nl. Een overzicht van de gegevens die nu beschikbaar zijn, is hier (De Bilt) en hier (Ede) te vinden. Op deze pagina’s wordt ook aangegeven welke gegevens op een later moment gaan volgen.
Wat weten we nu over de boring in De Bilt?
Voor de boring in De Bilt zijn de gegevens van de productie- en injectietest, de boorgatmetingen en de eerste resultaten van de analyse van de boorkernen beschikbaar. De gegevens laten zien dat het technisch mogelijk is om heet water te winnen uit de Formatie van Slochteren. De doorlatendheid van deze laag is echter aan de lage kant*. Ook de doorlatendheid van de Hoofdbontzandsteen is laag. Verder onderzoek moet uitwijzen of rendabele projecten mogelijk zijn.
Wat weten we nu over de boring in Ede?
Van de onderzoeksboring in Ede zijn op het moment alleen boorgatmetingen beschikbaar. Om iets te zeggen over de doorlatendheid van de aardlagen moet hier eerst nog de productie- en injectietest uitgevoerd worden. Dat gaat in juni gebeuren en de gegevens zullen ongeveer een maand daarna beschikbaar zijn (hou de locatiepagina van Ede in de gaten voor de resultaten).
Op basis van de boorgatgegevens kan wel al gezegd worden dat voor de Formatie van Slochteren, de hoeveelheid water in de laag (de porositeit), hoog is. De dikte bedroeg zo’n 60 m. Ook twee andere lagen, de Vlieland Zandsteen en de Zechstein Randcarbonaat, zijn poreus. Een hoge porositeit is echter geen garantie voor rendabele projecten. Daarvoor is het nodig dat de laag ook doorlatend is. Dat moet blijken uit de productie- en injectietest en de analyse van de boorkernen.
Vervolg
Naast de genoemde productie- en injectietesten in Ede wordt de komende maanden voor beide boringen nog gewerkt aan de analyse van de boorkernen in het lab.
De gegevens die SCAN verzameld heeft kunnen worden gebruikt om een inschatting te maken van de geschiktheid van de ondergrond voor de ontwikkeling van aardwarmte als duurzame energiebron. De Provincie Utrecht gaat daarvoor samen met EBN en andere partijen in de regio een onderzoek uit laten voeren. Dit onderzoek moet uitwijzen wat de economische haalbaarheid van toekomstige aardwarmteprojecten in de provincie Utrecht. In Gelderland zal met de nieuwe SCAN-gegevens een actualisatie plaatsvinden van het eerder in opdracht door de provincie uitgevoerde onderzoek over de potentie van geothermie.
Lees ook het aanvullende bericht op de website van EBN: ‘Geen mogelijkheid voor ontwikkeling aardwarmtebron binnen gemeentegrenzen Utrecht – kansen in noordoostelijke deel provincie‘.
*Zowel de Formatie van Slochteren als de Hoofdbontzandsteen zijn getest en de puttestdata zijn van goede kwaliteit en goed te interpreteren. De transmissiviteit komt uit op ongeveer 6 Dm (Darcy-meter) voor de Formatie van Slochteren en ongeveer 5 Dm voor de Hoofdbontzandsteen. Het resultaat uit de productie- en injectietesten komt overeen met de boorgatmetingen en de eerste voorlopige resultaten van de kernanalyse. De temperatuur van het geproduceerde water was 76 °C voor de Formatie van Slochteren en 60 °C voor de Hoofdbontzandsteen. De verticale (bruto)dikte van de Formatie van Slochteren bedroeg 122 m en die van de Hoofdbontzandsteen 104 m.
Toelichting headerfoto: op de foto is boorgruis te zien.
Op de Utrechtseweg in De Bilt is inmiddels niets meer te zien van de SCAN onderzoeksboring. Het terrein is leeg (zie onderstaande foto). De afgelopen weken zijn er werkzaamheden verricht, in goed overleg met de grondeigenaar en -pachter, om de locatie in de oorspronkelijke staat te herstellen. Later deze zomer zal er niets meer te zien zijn van de tijdelijke SCAN onderzoeksboring.
SCAN kijkt terug op een geslaagde boring en een prettige samenwerking met de omwonenden en betrokken partijen uit de regio. De geplande dataverzameling is succesvol uitgevoerd en het team is tevreden.
Uitkomsten onderzoek
De uitkomsten van het onderzoek worden binnen nu en een half jaar publiek toegankelijk gemaakt op NLOG.nl. Met alle opgedane kennis kunnen de mogelijkheden van aardwarmte in de regio beter ingeschat worden en zo een bijdrage leveren aan de duurzame warmtetransitie. De onderzoeksuitkomsten kunnen worden gebruikt door gemeenten, provincies en bedrijven om aardwarmte als energiebron in te gaan zetten. SCAN doet alleen onderzoek en zal geen aardwarmteprojecten opstarten. Verder onderzoek moet uitwijzen wat de economische haalbaarheid van toekomstige aardwarmteprojecten in deze regio is.
Begin mei heeft SCAN een mooie mijlpaal, of eigenlijk kilometerpaal, gepasseerd. Er is nu van alle SCAN-onderzoeksboringen samen (in Ouder- Amstel, Heijningen, Heesch, De Bilt, Ede en Stad van Gerwen) meer dan 1.000 meter* aan boorkernen verzameld. Boorkernen zijn cilindervormige stukken gesteente die met een boring uit de ondergrond worden gehaald. De duizendste meter boorkern werd genomen tijdens de onderzoeksboring in Stad van Gerwen op 1610 m diepte.
Tijdens de SCAN-boringen worden veel kernen genomen omdat een aantal gesteente-eigenschappen die van groot belang zijn voor geothermie op deze manier het beste bepaald kunnen worden. De belangrijkste eigenschap die op boorkernen getest wordt is de waterdoorlatendheid van het gesteente. Dat gebeurt door in een testopstelling water en helium door stukken kern te laten stromen. Hoe makkelijker het stroomt, des te beter de doorlatendheid. Op kleine schaal is dit een analogie voor hoe dit in de diepe ondergrond gaat als aardwarmte gebruikt gaat worden voor de verwarming van woonhuizen en gebouwen.
Er worden ook diverse analyses uitgevoerd om te begrijpen waarom die eigenschappen zijn wat ze zijn. Met die analyses kan opgehelderd worden wat het gesteente in de vaak tientallen tot honderden miljoenen jaren sinds de afzetting heeft meegemaakt. Die kennis kan gebruikt worden om in een groot gebied te voorspellen hoe de voor geothermie belangrijke gesteente-eigenschappen zullen zijn. Op die manier kunnen we met één SCAN-boring iets zeggen over de geschiktheid van dat gebied voor aardwarmtewinning.
Ook de eigenschappen van de afsluitende aardlagen, die boven een doorlatende laag liggen, zijn belangrijk. Kernen uit deze afsluitende lagen worden tevens onderzocht. Mechanische en thermische eigenschappen van het gesteente worden gemeten. Deze informatie is van belang om aardwarmte projecten veilig en duurzaam uit te voeren.
Alles bij elkaar nemen de analyses veel tijd in beslag, ongeveer 9 tot 12 maanden. Zoals alle binnen SCAN verzamelde gegevens worden de op de boorkernen uitgevoerde metingen gepubliceerd op NLOG.nl.
Alle kernen die SCAN uit de grond heeft gehaald worden zodra de analyses zijn afgerond opgeslagen in het Kernhuis van TNO. Dat is een soort bibliotheek waar boorkernen (uit de Nederlandse ondergrond) worden bewaard. De kernen zijn toegankelijk voor verdere studies, nu en in de toekomst.
1.000 meter aan boorkernen is niet niks. Het is een mooie mijlpaal voor SCAN en ook voor Nederland. Zo komen we steeds beter te weten hoe onze ondergrond eruitziet en of de aardlagen geschikt zijn voor de winning van aardwarmte.
Stukken kern worden bekeken tijdens de ‘Workshop resultaten SCAN-boring Amstelland‘.
Het diepste punt van de SCAN-boring in Stad van Gerwen is bereikt op 1905 meter. De boring richt zich primair op de 10 miljoen jaar oude zandlagen van de Formatie van Breda (Diessen en Groote Heide). Deze zandlagen zijn aangetroffen en er is 115 m boorkern uit deze formatie gehaald. Ook zijn de zanden van Voort (ongeveer 25 miljoen jaar oud), de zanden van Berg (30 miljoen jaar oud) en de kalklagen van de Krijtkalk Groep (ongeveer 65 miljoen jaar oud) aangetroffen. Momenteel worden in het boorgat metingen uitgevoerd om de eigenschappen van het gesteente vast te stellen. Er wordt bijvoorbeeld bekeken hoeveel water er in de aardlagen zit.
Als de boorgatmetingen zijn afgerond (waarschijnlijk vandaag) wordt de boortoren gedemonteerd en wordt er op locatie onderhoud gepleegd aan de toren. Nadat de toren weg is komt er een kleinere installatie (coiled tubing installatie) naar de boorlocatie. Daarmee wordt een productie- en injectietest uitgevoerd waarbij water uit en weer terug de laag in wordt gepompt. Zo wordt vastgesteld hoe makkelijk water door de lagen heen kan stromen. Deze doorlatendheid is belangrijk voor de winning van aardwarmte.
Voor de zomer wordt de locatie afgebouwd en het terrein teruggebracht naar de oorspronkelijke staat. Alle verzamelde gegevens zullen publiek worden gemaakt.