Menu

Diep in de Nederlandse ondergrond is warm water aanwezig dat onder andere is opgeslagen in (poreuze) zand- en kalksteenlagen. Hoe dieper in de aarde, hoe warmer het wordt. Met iedere kilometer die je in Nederland de diepte in gaat, stijgt de temperatuur ongeveer 30  ̊C. Op twee tot drie kilometer diepte zit dus water van wel 60 tot 90  ̊C. De energie die in dit warme water zit, wordt aardwarmte of geothermie genoemd.

Aardwarmte wordt in Nederland sinds 2006 toegepast, voornamelijk in de tuinbouwsector waar de warmte wordt gebruikt voor het verwarmen van de kassen.

Voor de SCAN-boringen is er geen sprake van significante afkoeling van de ondergrond, omdat er geen warmte gewonnen gaat worden, op een korte test na. Aardwarmte is een hernieuwbare bron omdat de aarde voortdurend nieuwe warmte maakt door natuurlijke processen. Die warmte stroomt van diep in de aarde, waar het warm is, naar het koelere aardoppervlak. Er is dus een voortdurende warmtestroom.

Geothermieprojecten zoals ze in Nederland worden toegepast bestaan uit ten minste twee putten geboord naar een diepe waterdoorlatende laag (meer dan duizend meter onder het drinkbare grondwater). De uiteindes van deze putten zijn op deze diepte ongeveer een kilometer van elkaar verwijderd, bovengronds bevinden ze zich wel dichtbij elkaar. Het via een put opgepompte water wordt afgekoeld via een andere put teruggepompt in de laag waar het uitgehaald is. Langzaam stroomt het afgekoelde water richting de productieput en warmt het weer op.

Lokaal zal de temperatuur in ondergrond afnemen nadat projecten lang in productie geweest zijn. Hoe sterk de ondergrond afkoelt is een ontwerpkeuze; afhankelijk van de afstand tussen de putten is het mogelijk om tientallen jaren tot honderden jaren op dezelfde plek warmte te winnen. Veiligheid staat bij zo’n keuze voorop. Na afloop van de productie warmt de ondergrond weer op.

In Nieuwegein worden de voorbereidingen de getroffen voor het winnen van aardwarmte om woonwijken mee te verwarmen. Daarvoor is een put nodig om warm water uit de watervoerende laag omhoog te pompen, en een tweede put om het afgekoelde water weer terug te pompen in dezelfde laag.

De SCAN-boring is niet bedoeld voor de productie van aardwarmte. De wetenschappelijke boring zoals SCAN deze wil uitvoeren zal alleen gebruikt worden voor het verzamelen van gegevens over de geschiktheid van de aanwezige lagen voor aardwarmte en de installaties zullen na het uitvoeren van de metingen weer worden opgeruimd.

Tussen de boringen bij Nieuwegein en de eerste SCAN-boring ligt een belangrijke geologische grens. Resultaten in het ene gebied zijn maar beperkt relevant voor het andere. De SCAN-boring is relevant voor een groot gebied ten noorden van deze grens, de boring bij Nieuwegein voor het gebied ten zuiden ervan.