Menu

De nu herbewerkte data betreft lijnen uit seismische surveys uit de jaren 80 van de vorige eeuw: L2NAM1982F,  L2NAM1984N, L2MOB1984A, L2MOB1985A, L2MOB1987A, L2MOB1988A. De eerste twee surveys omvatten twee lange regionale lijnen, de zogenaamde RGD-NAM-DEEP-lijnen, die zich over 268 km (in twee delen) uitstrekken van Bergen-op-Zoom via Utrecht en Zeewolde tot aan Oudeschans. Deze lijn is geschikt voor het interpreteren van ondiepe, diepe en ultradiepe lagen.

De herbewerkte gegevens van de laatste vier surveys omvatten 315 strekkende kilometer verdeeld over 24 relatief korte lijnen met een lengte per lijn van 5 tot 24.5 kilometer. Door de manier waarop de acquisitie destijds is uitgevoerd zijn deze lijnen geschikt voor ondiepe en diepe – en dus niet voor ultradiepe – lagen. Dit werd vooraf verwacht en de resultaten bevestigen dat. Voor deze surveys is er voor gekozen om niet direct alle beschikbare lijnen her te bewerken maar eerst te evalueren hoeveel toegevoegde waarde herbewerking heeft voor elk van de surveys. Gezien de gunstige resultaten voor ondiepe en diepe lagen van deze eerste set gaan we uit bovenstaande surveys meer lijnen herbewerken.

Naast seismiek zijn er zijn andere geofysische meetmethodes waarmee de ondergrond in kaart gebracht kan worden. Deze gegevens bevatten minder detail maar ondersteunen de seismische interpretatie, zeker in gebieden waar geen of weinig (goede) seismische data beschikbaar is. Sommige van deze niet-seismische methodes, zoals zwaartekracht en aardmagnetisme, zijn al veelgebruikt bij exploratie naar aardwarmte. Ook binnen SCAN Dinantien zijn deze datasets gebruikt om de seismische kartering te ondersteunen.

Om te bepalen waar het seismisch onderzoek voor het SCAN-project plaats zal vinden is er een studie uitgevoerd. Hierbij is op basis van beschikbare ondergrondgegevens (bestaande seismische data, gegevens van eerdere boringen en de geologische wetenschappelijke literatuur) ingeschat waar het uitvoeren van een seismisch onderzoek de meeste waarde toevoegt voor de toekomstige ontwikkeling van aardwarmte. De uitkomsten van deze studie zijn per SCAN-deelgebied samengevat in een rapport. Dit is het rapport voor gebied H (West-Friesland) en I (Noordoostpolder)

Om te bepalen waar het seismisch onderzoek voor het SCAN-project plaats zal vinden is er een studie uitgevoerd. Hierbij is op basis van beschikbare ondergrondgegevens (bestaande seismische data, gegevens van eerdere boringen en de geologische wetenschappelijke literatuur) ingeschat waar het uitvoeren van een seismisch onderzoek de meeste waarde toevoegt voor de toekomstige ontwikkeling van aardwarmte. De uitkomsten van deze studie zijn per SCAN-deelgebied samengevat in een rapport. Dit is het rapport voor gebied F (Oost-Brabant en Noord-Limburg) and G (Zuid-Limburg)