Nee, deze boorput kan niet worden (her)gebruikt voor toekomstige productie van aardwarmte. De onderzoeksboring is gericht op het verzamelen van informatie over de potentie van de winning van aardwarmte. Bij de keuze voor een geschikte locatie is er vooral gekeken of de informatie over de verschillende aardlagen die SCAN wil onderzoeken hier kan worden verzameld. Een boorput en een locatie voor de productie van aardwarmte, voldoen aan wezenlijk andere eisen.
Het seismisch onderzoek (de werkzaamheden op locatie) duurt een aantal weken. De werkzaamheden bestaan uit verschillende stappen.
- De verkenning van de locatie door landmeters (specialisten in de landmeetkunde). Zij kijken of er op de onderzoekslijn obstakels aanwezig zijn zoals dijken, natuurgebieden of zaken in de grond waar rekening mee gehouden moet worden. Dit duurt enkele dagdelen.
- Het werk met de landbouwtractor. De tractor, met daarop een kleine boorinstallatie, plaatst op de onderzoekslijn seismische ladingen op 10 tot 40 meter diepte. Dit duurt enkele dagdelen.
- Het uitzetten van de geofoons (grondmicrofoons). Die worden in de grond, aan het aardoppervlak, geplaatst. Rondom de onderzoekslijn. Dit duurt enkele dagdelen.
- Het ontsteken van de seismische ladingen. Eén voor één worden de seismische ladingen op de onderzoekslijn ontstoken. Het ontsteken van één seismische lading en het netjes achterlaten van het gat duurt enkele minuten.
- De geofoons worden uit de grond gehaald en de grond wordt netjes achtergelaten. Dit duurt enkele dagdelen.
Bij uitzondering wordt er op zaterdag gewerkt. Op zondag worden er geen werkzaamheden uitgevoerd.
Het SCAN programma voert onderzoek uit in de Nederlandse ondergrond om in beeld te brengen waar we de beste kansen hebben om aardwarmte te benutten. SCAN kijkt met name naar gebieden waar nog relatief weinig ondergrond informatie beschikbaar is. SCAN wordt uitgevoerd met een subsidie van het ministerie van Klimaat en Groene Groei (voorheen Economische Zaken en Klimaat) door EBN in samenwerking met TNO.
In de ondergrond is water aanwezig in (doorlatende) gesteentelagen. Met iedere kilometer die je in Nederland de diepte in gaat, stijgt de temperatuur ongeveer 30 ̊C. Op twee tot drie kilometer diepte vinden we dus water van wel 60 tot 90 ̊C.
Dit water kan worden opgepomp de warmte kan eruit worden gehaald voor het verwarmen van biijvoorbeeld huizen, gebouwen en kassen. Het afgekoelde water gaat terug de ondergrond in waar het van nature weer opwarmt.