Menu

Bij seismisch onderzoek worden geluidsgolven de grond ingestuurd. De onderliggende structuren en aardlagen kaatsen de golven terug, waarna geofoons ( grondmicrofoons) de signalen aan het aardoppervlak opvangen.

De reistijd van de geluidsgolven levert een schat aan gegevens op. Daarmee kunnen we – tot wel 6 km diep – een beeld schetsen van de ondergrond. Voor meer informatie, een flyer en een video bekijk de pagina Wat is seismisch onderzoek?

Als er in uw omgeving (aanvullend) seismisch onderzoek wordt uitgevoerd kunt u verschillende dingen in de omgeving opmerken. In eerste instantie verkennen landmeters het gebied om te kijken of er op de onderzoekslijn obstakels aanwezig zijn, zoals dijken, natuurgebieden of zaken in de grond waar rekening mee gehouden moet worden.

Vervolgens gaat de boorploeg het veld in. Zij rijden met kleine tractoren voorzien van een kleine boorinstallatie langs de lijn en boren iedere 40 tot 100 meter een gat van 8 cm in diameter. In het gat wordt een kleine seismische lading achtergelaten afgedekt met zwelklei.

De volgende ploeg medewerkers plaatst geofoons (grondmicrofoons) langs de lijn. Met de seismische ladingen wordt vervolgens een geluidsgolf gecreëerd. Hierbij kunt u een doffe plof horen of lichte trillingen waarnemen. Als laatste worden de piketpalen en geofoons weer opgehaald uit het onderzoeksgebied.

Het onderzoek heeft minimale impact. In het gebied waar onderzoek wordt gedaan, worden ook de natuurwaarden nauwkeurig onderzocht. In kwetsbare gebieden begeleidt een ecoloog en/of de terreinbeheerder het onderzoek. Daar waar nodig worden tijdens het broedseizoen  aanvullende maatregelen getroffen.

SCAN richt zich op gebieden waar mogelijk kansen zijn voor aardwarmtewinning en nog onvoldoende gegevens van de ondergrond beschikbaar zijn. Op basis van deze ‘witte vlekken’ zijn onderzoeksgebieden bepaald. Bekijk de gebieden op de pagina waar doen we onderzoek?.