Een aardwarmte-productielocatie is een plek waar warmte uit de diepe ondergrond (aardwarmte) wordt gewonnen en via een warmtewisselaar beschikbaar wordt gemaakt voor gebruik, zoals voor het verwarmen van woningen, kantoren of glastuinbouw.
Hoe werkt het?
Op zo’n locatie worden meestal twee putten geboord, ook wel een doublet genoemd:
– Een productieput – hiermee wordt warm water opgepompt uit een diepe aardlaag.
– Een injectieput – nadat de warmte via een warmtewisselaar aan het warmtenet is afgegeven, wordt het afgekoelde water terug de ondergrond in gepompt, waar het van nature weer opwarmt.
Wat gebeurt er op de productielocatie?
– Warmtewinning uit warm grondwater (vaak op 1 tot 4 km diepte).
– Warmteoverdracht aan een lokaal of regionaal warmtenet.
– Monitoring van o.a. temperatuur, druk en veiligheid.
Kijk voor meer informatie over aardwarmte op Milieu Centraal en Geothermie Nederland.

Deze aardwarmte-productielocatie ‘Haagse Aardwarmte Leyweg’ levert via bestaande warmtenetten warmte aan woningen en bedrijven in Den Haag-Zuidwest. Lees meer.

Airgun seismiek is seismisch onderzoek in het water. Daarbij wordt samengeperste lucht in het water losgelaten op ongeveer 2 meter onder het wateroppervlak. De geluidsgolf gaat via het water de ondergrond in, waar die weerkaatst op de verschillende aardlagen. Er is een doffe plof te horen en in het water kunnen luchtbubbels ontstaan.
Lees meer over twee andere technieken: schotgatseismiek en vibroseismiek.
Vibroseismiek wordt gebruikt op land, in de gebouwde omgeving. Vibroseis voertuigen sturen geluidsgolven de ondergrond in. Deze voertuigen lijken qua formaat en uiterlijk op een vuilniswagen (zie de twee afbeeldingen hieronder van 3 verschillende type vibroseis voertuigen) en hebben onderaan, op straatniveau, een trilplaat die geluidsgolven opwekt. Als het voertuig geluidsgolven de ondergrond in stuurt is er flink wat geluid te horen. Het kan zijn dat omwonenden daar wakker van worden. Tegelijkertijd voelt dit als het voorbijrijden van een tram of zware vrachtwagen die over een drempel rijdt. De trillingen zijn voelbaar in de directe omgeving van het voertuig, maar kunnen ook verderop voelbaar zijn. Hoe sterk de trillingen zijn, hangt af van de ondergrond en plaatselijke omstandigheden.
SCAN maakt gebruikt van vibroseismiek in de gebouwde omgeving (wanneer er dichte bebouwing is) en er niet met schotgatseismiek gewerkt kan worden.
Zie hier een video van een vibroseis voertuig in actie.
Lees meer over twee andere technieken: schotgatseismiek en airgunseismiek.


Schotgatseismiek wordt gebruikt op land en ondiep water. Het onderzoek start met werkzaamheden die worden uitgevoerd door landmeters (specialisten in de landmeetkunde). Zij doen het voorbereidende werk. Vervolgens boort een landbouwtractor met daarop een kleine boorinstallatie (zie de foto onderaan deze pagina), gaten met een doorsnede van acht centimeter van 10 tot 40 meter diep. Tussen die gaten bevindt zich een afstand van 40 tot 100 meter. In de gaten wordt een seismische lading geplaatst die vervolgens wordt afgedicht met klei. Geofoons (grondmicrofoons) worden in de grond, aan het aardoppervlak, geplaatst. Daarna worden één voor één de seismische ladingen ontstoken. Geluidsgolven worden daardoor de ondergrond ingestuurd en kaatsen terug op de onderliggende aardlagen. De geofoons vangen vervolgens de teruggekaatste geluidsgolven op aan het aardoppervlak. Aan het oppervlak is een zware doffe plof te horen. Ook zijn trillingen voelbaar. Hoe sterk de trillingen zijn, hangt af van de ondergrond en plaatselijke omstandigheden.
Lees meer over twee andere technieken: vibroseismiek en airgunseismiek.
